Den Gulden Winckel.Jaargang 12bronDen Gulden Winckel. Jaargang 12. Hollandia-Drukkerij, Baarn 1913Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_
ANDRÉ DE RIDDER.Een onvoltooid gebleven familieromanVóór de opkomst van de literatuur van '80 in Nederland vindt men het genre: defamilieroman vr
*3De Beweging.INHOUD. Oorlog of Revolutie? door J. de Gruyter. - Orm en Hils, door A.H. van derFeen. - Overdenkingen, door Dr. M.H.J. Schoenmaekers. -
49Frederik Leonardus Hemkes en zijn tijdIIKLOOS is de leider der nieuwe beweging. Hij is de krachtigste vijand van ten Kateen den ouderen Beets, van H
50en dat bewijst ook wel een beetje, dat hij voelde, wat hij schreef.Maar twee zijner gedichten zijn meer dan gevoeld, zij zijn gevoel’...en dan citee
regels als ‘De Godheid troont diep in mijn trotsch gemoed’ (Perk), de eerste dooren door moderne verstechnicus van onzen tijd, omdat hij de eerste mod
51doeningen door het rhythme uit te drukken1). Geen wonder dan ook, dat zijn kritiekbeinvloed is door dit inzicht, maar ook des te bewonderenswaardige
een gevoel van erkentelijkheid als een zoete rust door den doffen stervensnachtverademd zijn bij de gedachte aan haar, die hem liefhad boven allen tij
52zonder het te weten, - de onbewuste ontdekker van hetgeen opnieuw gevondenwerd door wie na hem kwamen.Want ontevreden met het oude meende hij in het
van metamorfoze, welke hem een tweede natuur is geworden. Couperus speeldeden luiaard met zijn phantasievriend Orlando. Want geloof maar: iemand met z
53‘Metamorfoze’, nadat eerst de onbevredigdheid van Hugo Aylva over de woordkunst van zijn eerste verzen is beschreven:‘En waarom ging zijn natuur, zi
dat desondanks het geheel ons onbevredigd doet blijven. Later hoop ik nog in eenuitgebreider bespreking op Eline Vere als roman terug te komen.CONSTAN
6inderdaad grootsche plan ten uitvoer te brengen zijn eigen krachten leelijk hadoverschat. Het gevolg hiervan bleef niet uit; al voortwerkende voelde
54onderwijzer heeft gevormd. Dit surrogaat doet denken aan iets gelijksoortigs,n.l. de klaargemaakte lectuur ‘voor het volk’. Alleen - ‘het volk’ was
55een of ander werk te benaderen1). En met het resultaat daarvan kan ik hem - èn zijncollega's - van harte gelukwenschen. Met zijn opstellen heef
windrichting, lengte- en breedtegraad, enz.), en verder, op onderhoudende wijze,naverteld. Slechts hier en daar is een enkele opmerking of uitlating v
56opwekkends in, in goeden zin: woord en beeld spreken hier van een stuk krachtontplooiend leven.AMSTERDAM.P.L. VAN ECK JR.Uit het Zonneland. Afrikaan
slechts ééne onder vele sterren, en ook elders zijn bewoonde werelden waarmeewij in verbinding zullen treden door marconigraphie of telepathie. Vandaa
57ralisme heet, verdient het dien naam terecht. Van God, het Oneindige, denWereldgeest wil hij niet weten; er is enkel een bewusteloos, mechanisch bew
vrome inhoud, een zedelijke inhoud een slecht gedicht, roman of drama kondenredden) als hij technisch goed is, is de kunstenaar van het Universeele me
58de Voorrede, symptoom van een nieuwe, wordende cultuur. Niet dat ik geengewichtige bezwaren hebben zou. Zoo is R's leer der vele goden, zijn pl
Romans en novellenZedelijkheids-apostelen, door Anna de Savornin Lohman. (L.J. Veen,Amsterdam).Sinds haar mooie eerste werk heeft Anna de Savornin Loh
59boek, de stem van verbittering slaat over de andere heen welke die is der knappeopmerkster, de ontleedster van menschelijke drijfveeren, der mensche
De aanvang van het boek plaatst ons midden in de stemming van den tijd. Eenhoogleeraar, met herinneringen aan den tiendaagschen veldtocht, wekt eenaud
de kerk uitdanst, de zon tegemoet, die opgaat als een spinnekop. Symboliek dus.Een ‘roman’ met een strekking en wel een anti-roomsche.Dit alles is met
60afkeer van dien clerus dan, wilde de auteur getuigen. Dus bedacht hij eenmallotig-onnoozel verzinsel van een roomsch jongetje, dat in het begin van
De Schrijfster van ‘De witte Burcht’.eigenschap bij het lezen feitelijk meer de aandacht trekt dan de letterkundigeverdiensten. De verhalen spelen mee
61De glazen Graaf, door Henri Dekking. (Rotterdam, W.L. en J. Brusse,1912).Journalistiek en kunst stellen - hoewel vaag aan elkaar verwant en dikwijls
moeder, zich voelend als wijlen Louis XIV, met groote plannen ronddazend om eeninternationaal badhotel te stichten; de dominé, die ongeloovig is, en z
62dag in, en daar rijpte het plan iets te gaan schrijven, dat minder zwart, minderpessimistisch zou zijn, luchtiger, vluchtiger, niet zwaar-op-dehand.
begaan, zij zullen moeten toegeven, dat de schrijfster een open oog en een warmhart heeft voor de jeugd, en niet van een muis een olifant maakt, gelij
63En al vond nu deze dichteres in somber bosch haar gids ook niet:‘Mij leidt geen gids als het eigen gemoed,Mij schoort geen steun, dan d' enk&ap
en de dichteres kent ze, kent het, en dit is haar opgang uit de diepten, dit is voorhaar de inkeer tot de poorten van het Licht. Zal zij weer vinden d
64wind door dit verhaal en er flakkeren beangstende schijnsels. Prof. D.C. Hesselingschrijft over Heldendicht en Volkspoëzie; Edzard Norman beschrijft
7canaille’ vindt in Robert een duchtigen beschermer, die in lang niet gekuischtebewoordingen zich uitlaat over de andere partij, welke haar advocaat i
bescheidenlijk in overweging willen geven daarmede op te houden. Er zijn n.l. nogmenschen die, wijl zij zich verbeelden wel zoo'n beetje ware poë
En wat nu de geest van dit mysteriespel betreft - hijstijgt niet, gelijk een duif, recht op ten hemel, maar fladdert, als eennachtvogel, laag en schuw
*4indertijd André de Ridders interview in Den Gulden Winckel lazen. Hoe Verriest overhet praten van ons, Noord-Nederlanders, denkt?Ik vraag iets en no
een boek waarin een tooverkracht die u niet loslaat en dat met den grootsten ernstmoet bestudeerd worden.In zijn Literaire Kroniek prijst Kloos den ni
De Beweging.INHOUD. Kruisgedachten, door Albert Verwey. - Gedichten, door Aart van derLeeuw. - Amerikaansche en Hollandsche Crimineele Politiek, door
65[Onze schrijvers]Frits LapidothNU ik over Frits Lapidoth wil schrijven, doet zich een lastige vraag voor: moet ikhem au sérieux nemen? Neemt hij zel
66van veel studie. Verbaast gij u, dat de zoon van den predikant, de jongeman volideeën en stemmingen, in wiens geest een wisselstroom van levensbesch
lotgenoote te helpen; die, met de oogen nog vol tranen, trivialegeestigheden verkoopt over den priester, die den lijkdienst houdt voorhaar beste vrien
67Dit is jeugdwerk; de schrijver mocht geen aanstoot geven en de deftigeNederlandsche lezer moest onder deze karakteriseering tevens iets als eenveroo
Gij ziet daar wel, dat Frits Lapidoth niet tot de dwepers behoort. Daarvoor heefthij te veel en te goed in de wereld rondgekeken. Een anderDen Gulden
alles van veel degelijker, meer samenhangenden inhoud geworden; de bijpersonenworden hier aangevoerd om de geschiedenis interessant te maken, terwijl
68verhaal ‘Pietas’ toont evenwel, dat, zoo het leven hem een tikje cynisme mochthebben gegeven, dat cynisme nooit sarcastisch is geworden, maar zich v
zooals Bourget ze meesterlijk ontleedde in zijne Essais de psychologiecontemporaine en afbeeldde in zijn Disciple. Die generatie was weinigvaderlandsl
69anderzijds, en hun willen van eene betere kunst dan die door de aanhangers dertwee reeds begraven scholen geleverd werd.Aan het naturalisme verwijte
was geschreven. Want een volksboek van den grooten Keizer heeft het nog niet;de ‘Campagne de Russie’ van le Comte de Ségur is het epos van een bepaald
70ervaringen. Hij wilde, enthousiast, en overtuigd van het genie van den grootenKeizer, het boek van Napoleon gaan schrijven ‘pour tous les Français’.
den veldslagen-keizer, van wien in ons allen toch een klein vonkje leeft, al werd hetwellicht nooit kenbaar door een daad, niet mede tot een razend en
71Napoleon thans wat objectiever kunnen gaan beschouwen zonder er steeds bij tedenken ‘wat hij onzen voorvaderen heeft aangedaan’. Want buiten twijfel
gezwollenheid en hol klinkende verheerlijkingswoorden. En wat te zeggen van zulkeen grenzenlooze slordigheid: ‘l'Allemand Beethoven compose en l&
72geven daad van Napoleon zwijgt Berget geheel! Was deze man wel aangewezenom het volksboek van den grooten Keizer voor de Fransche natie te schrijven
een mensch, een mensch met al zijn deugden en gebreken, een heel middelmatigman, maar in die middelmatigheid zoo voortreffelijk ons levend gemaakt.Kan
8Fransche letteren‘Les rafales’door J.H. Rosny ainéDE koortsigheid en het geroezemoes van de heftig-bewogen 19deeeuw stoorden's menschen innerlij
73geheel òf een levend tooverland met goud-sprokige glanzen over alles heen, òf eenreusachtig marionettentheater met dood-bewegende poppen. Zij is òf
als ze verliezen konden wat zij nooit bezaten -: zij verhaalt hoe haar pad dat vanWouter van Gorsel te kruisen kwam, hoe ze een tijd lang zijn samenge
74over iedere metafyzische mogelijkheid. En zijn exclusivisme is het noodzakelijkexcluzivisme van zijn geloof, d.i. in deze van zijn persoonlijkheid,
daargelaten: had zij niet kunnen antwoorden: Mijnheer de pastoor, als het te paskomt zeggen we wel dégelijk prachtigheid want dit is niet hetzelfde al
75‘Gij hebt nog zoo'n lang woord: ten-toon-stel-ling, is 't niet?’Mej. K. beaamde het.‘Maar dat is een véél te lang woord! Gij, Hollanders,
Maar lieve juffrouw! Is dit nu, om met onzen Schoolmeester te spreken, is dit nutoch niet ‘al té’? Denk eens aan vleugel, teugel, beugel en zooveel an
76[Boekenschouw]LetterkundeGeschreven Portretten, door Is. Querido. (Amsterdam, L.J. Veen).HONORÉ DE BALZACUit: ‘Geschreven Portretten’‘Portretten’? I
77uitte hij rondweg; wat hem afstootte en krenkte, veroordeelde hij metharde stem en soms ál te hooghartig gebaar. Dieper beschouwd, deedhij niets and
Ik zou kunnen voortgaan, fraai geschreven bladzijde na bladzijde kunnen aanhalen,ook bedenkingen kunnen opperen tegen sommige van Querido's uitsp
78groote dichter Hooft gedurende acht en dertig jaar, althans des zomers, gewoondheeft, waar hij niet alleen de plichten voortvloeiend uit zijn, hem d
veloute-t-elle ses phrases. Chaque jour, elle sent grandir la puissance decelle qui cuit les viandes et enlève les toiles d'araignée.- Alors la c
Gedenkboek, waar de redacteur uit onze verschillende prentencabinetten een rijkeverzameling bijeengaarde, aldus een overzicht samenstellende van deNed
79ZEELUI AAN DEN WALTHÖNY, IN DE ‘SIMPL.’‘We hadden 'n mooie vangst de laatste keer. Toen we de netten ophaalden, zat het zóó volvisch, dat &apos
80Letterkundig leven uit de mei-tijdschriftenDe Nieuwe Gids.Dr. J.B. Schepers gaat voort met uit Brederode's sonnetten en liederen zijn liefdevoo
ge overdekt zien met eenzelfden gloed. En of nu al de dichter daartegenovermisschien volhoudt dat hij, in tegenstelling met de koeler schaduwing meer
verschrijft’ schijnt hier met een 16 bladzijden Gedichten koren op het Schartenschmolentje te willen dragen.Mr. H. Viotta heeft uit, voor een goed dee
*5overtuiging zijn gekomen als de genoemde beoordeelaar, dat nl. Verwey geen grootdichter is; dat vooral diens jeugd-poëzie vol is van ‘wat triest ges
Wilde verplicht te zijn eenige der door den heer Coenraads medegedeelde regelenhier af te drukken.Kon. Gevangenis-Reading.Beste BosieOnze noodlottige
sigaretten rooken tot half twee. Dan kon ik je meenemen voor de lunchin Café Royal of in Berkeley. De lunch, met z'n pousse, duurde meestaltot dr
*6ontslagen. Ik schaam me niet iets aan te nemen, dat uit liefde engenegenheid gegeven wordt. Ik ben er trots op. Maar heb jij er ooit aangedacht wat
louter angst voor hem, zijn geëindigd met ook te zeggen, evenals hij zelfdat beweerde, dat hij eigenlijk een genie is. - ‘Et voilà!’Wij zeggen het de
9kommerd, losbollig, een vechtersbaas, dol op fantastische verhalen die de onwetendeCatherine en zijn zusje den schrik op 't lijf jagen.Maar de w
81[Onze schrijvers]Bij Johan de Meester1)Hij is nu heelemàal niet zooals ik hem mij had voorgesteld. Niet zwaar in zijnbewegingen, niet provinciaal in
82kost hem moeite zich los te maken van een gedachtengang die hem eenmaal heeftgeboeid en ondanks zijn conversatietalent kan een onderhoud met hem nie
en de andere keer weer de vruchtbare en vlakke Betuwe. Daar ben ik toen serieusgaan hopen dat ik een dichter zou worden.Het was op een ochtend in de v
83kerel. Maar in dat heerlijke lenteweer - zooals we ook nu weer hebben, ga je jesterker en gezonder voelen, en ik kreeg hoop, dat ik ook eens een fli
een portret boven zijn schrijftafel, van een nichtje van hem, en hij barstte op eenmorgen in tranen uit toen hij over het kind sprak. Om die sentiment
84vriend toen tegen me zei: Kerel sjouw jij zoo zwaar of ben je verliefd? Want ik zager zoo slecht uit. Maar dat kwam van het 's nachts opzitten.
Langzamerhand, nu mijn kinderen groot zijn, ben ik gaan berusten in het leven,en ik hoop van Berusting tot Levens-Bejahung te komen. Ik hoop dan nogee
85en dat mij die heele procreatiedrang deed voelen als leed. -Mijn gastheer kuchte droog en nam een grooten slok wijn. Ik dankte hem voordeze oprechte
Mijn lievelingsauteurs waren menschen die als het ware geestelijk werkten. Vòormijn vijftiende jaar al Multatuli en daarna nog veel meer Rousseau. Dat
86realisme dat aan de loutere beschrijving zonder meer van een brok werkelijkheidzijn volle kracht geeft. Dat zou ik nooit kunnen doen.Vandaar dat mij
Kantteekeningen bij de Literatuur van den DagVoor de Poort, door Top Naeff. 2 dln. - Van Holkema en Warendorf.Amsterdam.De Zonde in het Deftige Dorp.
openbarende even wreede als prachtige macht. Ik heb in later jaren twee regelsvanDen Gulden Winckel. Jaargang 12
87Leconte de Lisle leeren kennen, die voor mij een levensleus inhouden:La nature se rit des souffrances humaines,Ne contemplant jamais que sa propre g
ik ben een moeilijk proces daarin te blijven berusten. Het is misschien verdomdegoïst, dat je de moeite die je dat kost niet voor je zelf houdt maar e
88de vrouwefiguren uit zijn leven herkennen. Zij hebben nooit rechtstreekscheninvloed op zijn concepties uitgeoefend zooals b.v. bij Goethe. Hebbel de
Elise Lensing kennen. In hoeverre zij den jongen Hebbel bemind heeft, kan nietuitgemaakt worden, maar aan hem, den schuwe en vereenzaamde, vond haarvr
89hij haar vergeten. Het afscheid komt. Hebbel bevindt zich te Weenen, is in zijnbloeiperiode als dramatisch dichter en leert de tooneelspeelster Chri
werkje prijs, het een aardig boekje noem, dan wil dat volstrekt niet altijd zeggen,dat ik nu ook zou meenen, dat zoo'n boekje in onzen tijd nog w
90te zijn: je eet er wat lekkers, en ziet er wat moois. Er komt wel eens wat verdrietigs,maar het is maar 't best, altijd zoo opgeruimd te zijn a
Dit tweede boekje, waarvan ik niet twijfel of het heeft bestaan, heb ik tot mijn spijtniet gevonden. Nog even wijs ik op een noot van den schrijver di
91deze beschamend-intieme en betrekkelijk weinig ter zake doende bijzonderheid ophet lijf val) tegenwoordig als eerzaam burger in de annalen van den B
10eigenlijk niet veel meer is dan een litteraire spielerei. Men zou met hetzelfde rechtkunnen neêrzien op de luchtige, jolige liedjes van een Adama va
Ik moet dit vooropstellen, omdat, naar het mij voorkomt, de schrijver van ditpolemisch boek (dat waarschijnlijk alleen door het vele bewijsmateriaal i
92gebruiksartikel bepaaldelijk betreft, dan wel ter kwalificeering en appreciatie vanden kunstenaar als zoodanig. De heer Wouters verwerpt, en volkome
al zijn het niet altijd onjuistheden die in het algemeen voor den kunstrechter zwaarmogen wegen. Stel bijvoorbeeld dat de teekenaar van een prent voor
93het zakelijkst is. De maatstaf, door den schrijver gebruikt, als hij zulke illustratiesafkeurt, omdat ze niet in de allereerste plaats zijn gemaakt
Ina, door Ingeborg Maria Sick. (H. Honig, Utrecht).Viola, door Elza Lindberg Dovlette. (H. Honig, Utrecht).Petra, door Barbara Ring. (H. Honig, Utrech
94man gaat staan en met hem het groote, rijke menschenleven ingaat, altijd klaar omhem lief te hebben, te helpen, te verdragen, te steunen bij 't
Overheersching en Vrijwording, door Johanna W.A. Naber. Geïllustreerdonder toezicht van E.W. Moes. Derde herziene druk. (Haarlem, H.D.Tjeenk Willink &
95[Winckelhout] Zijne Majesteit het boekTen allen tijde hebben dichters en denkers hun oordeel over boeken uitgesproken,hetzij op ernstige of luimige
Hangen is recht.Men moet boeken niet alleen koopen, maar ze ook lezen:‘Wer Bücher kauft und nicht liest,Bei Tische sitzt und nicht ist,Auf die Jagd ge
96kunnen dienen wat Wilhelm Hauff eens schreef. Hij zegt: ‘Wahrhaftig, der Umgangmit schlechten Büchern ist oft gefährlicher als mit schlechten Mensch
1[Schrijvers van over de grenzen]Gerhart HauptmannDE toekenning van den Nobelprijs voor literatuur aan Gerhart Hauptmann heeft opdezen schrijver weer
GeschiedenisHet leven van Willem III (1650-1672) door A.H.J. Fabius. (Alkmaar, Gebrs.Kluitman 1912).Eene levensbeschrijving van Willem III kan in de.
die ernstige rimpels zich deden groeven op edele voorhoofden; vruchten van derijkste fantasieën uit de heele wereld, herleid tot den vorm van kleine b
of meubelen, - ik zou een andere loopbaan kiezen; ik zou zien in welken handel ikmijn bestaan kon vinden, liever dan in den handel met boeken’. En de
*7Muller onderschreef gaarne deze uitspraak en motiveerde haar aldus: ‘En waaromniet? Omdat dit een handel is met de voortbrengselen van den menscheli
door M. Reepmaker. - Sociaal werk in Londen, door Mr. M.C. Nijland. - Van Maandtot Maand. - Bibliographie.De PloegINHOUD: Geestelijke Stroomingen, doo
INHOUD: Twee wandelingen in Middelburg, door Lita de Ranitz. - Een eigenaardigRomaansch Kapiteel gevonden in de O.L. Vrouwenkerk te Maastricht, door A
97In memoriam Camille LemonnierHIJ stierf gelijk wij allen sterven moeten, ook de grootsten onzer, deze wiensschoonheid nochtans zoo onmisbaar is, wie
98daarna weer frisch te been en in de bres, gereed om te antwoorden op den aanval,immer vooruitdringend, hoog-opgestoken de banier van zijn fiere leve
binst dit termijn, zien we ontstaan boeken van meer ontledenden aard, verfijnder,ingewikkelder, een beetje decadenter, en ofschoon nog altijd aan de n
99verder leven van Lemonnier: ze wordt eenigszins een terugkeer naar het instinctvan de jeugd maar naar een instinct dat, aan den anderen kant, door d
les seuls auxquels j'obéisse. Tous mes livres ou presque tous, sont sortis d'étatsde ma vie, d'équations de mon moi avec des états d&ap
11eisch moet gesteld worden doch is waarlijk niet gering: Willem III heeft in de politiekeen militaire gebeurtenissen van Europa diep ingegrepen, en z
100Modern-Duitsche minnezangWoord voorafOnder de nagelaten geschriften van den dichter van ‘Natuur-Symboliek’, J. WinklerPrins, bevindt zich, behalve
van woorden of vorm-pocherij, die de juweelen zóó doet schitteren dat kijk op hetlichaamsdeel verloren gaat.Eenvoud is inderdaad wel het kenmerk van d
101vertaald - dan komt men tot drieërlei inzicht. Dat in sommige de dämonischehartstocht sterk aan 't woord is; in andere de liefdedrang beperkin
En zóó het woord, dat het duidelijkst gehoord moet worden in den gezongen ofgesproken regel. Daar elk woord dichterlijke voorstelling moet geven en aa
102van het gewichtigste sterk als plastiek in de hand. De Germaansche schilder doetook wel zoo. Hij zal aan het hoofd van zijn portret, als het voorna
Ich habe getragen Schimpf und Schandder Menschen Zürnen und Fliehn -von Stadt zu Stadt, von Land zu Landbin ich gewandert um ihn!Toch hoe hartstochtel
103tische, is weer een-en-al hartstocht. ‘Es hat geküszt wohl so mancher Mund mir dieLippen in wilder Begier’ zegt ze; maar hij, van wien ze houdt, hi
Vlammen, die tong-rekkend spelen,Ziel en lichaam u doorlekken! - -Wilt ge uw smaak recht heerlijk streelenTracht uit ijs dan vuur te wekken!Dit is &ap
104Maar niet voor allen, die in zich den dorst naar weten voelen, is de weg vanspiritueele opzoekingen begaanbaar. Hoevelen zijn niet teruggeschrikt,
tot innerlijke schoonheid om te zetten. ‘N'est-ce pas dominer l'avenir que d'avoir sutransformer le passé en quelques sourires un peu t
voortreffelijkheid bestond, hoe hij de zaken leidde, welk aandeel hij in de uitkomstenhad, en in hoeverre hij met anderen, b.v. met Heinsius, samenwer
105zijn eigen leven, omdat het gekristalliseerd wordt in zijn geest, omdat het, opnieuwgeboren, verrukt door poëtische bekoring.Heeft deze versmelting
Wij spreken niet gaarne over den dood en waarachtig gelooven we er slechts aanwanneer wij zijn tegenwoordigheid voelen. Waarom die voortdurende schrik
106wetenschappelijke objectiviteit, gaat hij nu methodisch al de hypothesen over onsleven na den dood onderzoeken. Zich plaatsend buiten alle godsdien
Maeterlinck nog verre af is van tot de poëzie alleen zijn toevlucht te nemen. ‘LaMort’ is het werk van een hoogen, helderen, onbevangen geest.MAURITS
107wekte over Joodsch leven en Joodsche gebruiken; ze gaf ons 'n Indischen roman,die ver boven 't ‘dames’-peil stond; - en nu blijkt dit all
108de speciale ondervindingen van dit speciale meisje op het tweede plan.Heleen is een eenzaam kind, dat hartstochtelijk het goede wil en hartstochtel
nauwelijks meer wist, wat het vinden wilde, de eerste, groote, beslissende liefdeop.Ze heeft veel namen van teederheid gesproken, maar bij deze diepst
109woord, dat met gelaten wanhoop, bijna toonloos wordt uitgesproken.‘Heleen’ is een boek van grootsche vertwijfeling. En daarom hopen we, dat ditscho
De West-Vlaming, die Six gebleven is, wordt wakker in aanraking met zijn eigenland, met herinneringen, landschappen, taal en menschen. Hij is zoo ster
110heeft hem gemaakt tot een eigen wezen, en zijn taal dichter tot het Nederlandschgebracht.Aardig en frisch is de vertelling De oudjes: twee oolijke
12naar voren, telkens als de schrijver over tegenstanders of mededingers van zijnheld te spreken komt. Het is alsof allen moeten worden verkleind om W
Wanneer een schrijver debuteert met een sober geschreven en gaaf stuk levenis er alle reden om ons te verheugen over de werkelijke aanwinst. En een aa
111wij de ontwikkeling van de duiveisfiguur en de hel in het Vlaamsch mysteriespel; deprimitieve zeden der oude bewoners onzer streken, bijzonder in d
sommige episoden uit zijn leven niet beklagen mocht, heeft Potgieter weergegevenin een brief aan Huet waar hij spreekt van ‘een der liefste idyllen’ w
112Dr. J. Vurtheim gaat de betrekking na waarin de voor kort overleden Prof. S.A. Naberstond tot De Gids; Hélène Swarth en Mr. P. Otten dragen verzen
Toch iets van 't nieuw heil zult ontwaren mogen,Dat 'k u wensch, vrouwen eêl en koene kaerelen.De Tijdspiegel.De verheugenis die dit tijdsch
1828, den tijd dat Groen in Parijs verblijf hield en meer dan ooit in twijfel verkeerdeover de door hem te volgen loopbaan.Dr. R.v.d. Meulen deelt ons
*8In Bilderdijks leven en levensbeschouwing zijn drie tijdperken scherp teonderscheiden: eerst was hij, onder den invloed van den tijd zijner jeugd,St
leesbaars, wijl de schrijver verstaat de zeldzame kunst te ‘causeeren’ ook over zooiets ernstigs als de literatuur, welke hij toch om den drommel niet
De Beweging.Albert Verwey wijdt een gedicht aan den geest van Jacob van Campen. Hij vangtaan:Wij kleinen hebben groote rechten:Wat grooten bouwden, do
113[Schrijvers van over de grenzen]Iets over Gustav Frenssen, naar aanleiding van zijn nieuwste boekIN Frenssen's nieuwste, voor eenigen tijd te
Naar het mij toeschijnt, kan het boek van den heer F. niet de leemte vullen, waarvanin den aanvang dezer bespreking is gewaagd.TH. BUSSEMAKER.Romans e
114De verklaring ligt voor de hand:Frenssen, meelevend en meevoelend met zijn tijd, heeft, evenals wij allen,herhaaldelijk opgemerkt hoe onze tijden,
In al zijn boeken staan ze beschreven: in Jörn Uhl, Hilligenlei, KlausHinrich Baas, en ook in Der Untergang der Anna Hollmann.Over dit laatste boek wi
115van de kracht-figuur, die eindelijk in Klaus Hinrich Baas zijn juiste afmetingen vond.Jan Guldt is een verwording door het naar het overdrevene zic
wel tot leven te brengen. Indruk maakt dit boek ongetwijfeld, daar wij hier getroffenworden door een tragiek van de waarste soort: ondergang der hoogs
116En 't wonder was geschied, het hooge wonder!Aan 't zuiver diep van uwe ziel ontweldVliet golf langs golf in helder purperlichtEn bruist a
117Ten slotte.Niet dat onze liefde begraven werdIn der jaren lange onafzienbare vert,Niet dat wij bei zijn zoo ver van elkaarNa menig stil en vertrouw
Haar helder oog verdonkert zichIn tranen - uwentwille.Maar kwaamt gij weer, zelfs heden nog,Trots liefdeleed en grille,Vrouw Minne lacht weer vol en z
118Zie de avond doet reeds verduistrenWat pas nog de zonsparkel droeg.Ga nu - om niet meer te luistrenNaar wat ik u fluistrende vroeg.(EVA VON BELOW).
En haar zilverkelk hangt zwaar omneer -Hoe de uren dien avond zijn omgevlogenDat weet ik niet meer.Mijne handen tasten naar uw handenEn mijn mond wil
Van uwen sterken arm omvat,Gehuld in 't stralen van uw oogen -Zou dan van 't zuiverst licht geen spat,Geen schemer op mij zijn gevlogen?Den
13tijd, de afbakening van een milieu, dat deze beroeringen in breedte en diepteondergaat. En nu belet de kunstenaarsnatuur van Mej. de Liefde een derg
119Voor eeuwig de uwe - ja, bij God!Gij zijt mijn troost, mijn sterke herder,In uwe handen rust mijn lot.En ik - uw vrouw - en niets, niets verder.(MA
Regel 4 en 5 van Marie Madeleine's Champagne frappé (zie vorige afl.) te lezen alsvolgt:Als een zilverhelle brandingNeer tot gouden vonke-kralen.
120rest, is de angst en de ontstelling omdat dit aanzijn verscheurd is en gebroken; is,voor de harmonie daarbinnen, de boete en de droefenis. En van d
hooger dan planeten en vaste sterren, langs het Primum mobile, tot het gebied vanonvergankelijk Licht. En daar, waar Beatrice heenvoert, ontdekt zich
121koning in den slaap vermoordden1); het Leven, het heeft zijn tuin waar Epicurus metLeontion en met Ternissa wandelt2), maar het heeft ook zijn tuin
is de philosooph ontroerd als de kunstenaar en devoot als een kindeke, en dan ishij ook de Titan nog die in zich draagt de energieën van de door hem b
122Het voortbestaan van den Mensch. Een studie over een niet erkendvermogen in den mensch, door Sir Oliver Lodge F.R.S. Geautoriseerdevertaling uit he
Van Texas naar Florida. Reisherinneringen, door Hugo de Vries. Mettalrijke illustraties. (Haarlem, H.D. Tjeenk Willink en Zoon).Naar Amerika gegaan om
123de kust daartoe vlak genoeg is, en gesteelde ronde blaasjes draagt, zoo groot alsbessen. Dit wier vindt men in hoofdzaak in de Sargasso-zee in denD
124Per auto, door Cyriel Buysse. - (Bussum, C.A.J. van Dishoeck).Het schrijven kost Cyriel Buysse blijkbaar al even weinig moeite als het besturenvan
Heleens zuster Kitty, de dartele en levensblije, in de liefde, die ze vindt, zijzelf moetbloeden in de liefde, want hij, die in haar leven de liefde k
125en lavend is als een teug uit een beek op een heeten en stoffigen dag.Erkenne men dus de van zelf sprekende beperktheid van Buysse's talent me
quelques aventures auxquelles nous sommes conviés à assister sont contées sansart, sans profondeur ni relief.Répétons pourtant que la tendance de cet
126van bagatellen en preciositeiten vervallen, maar dieper en met inniger kracht zaldan een mensch tot ons spreken met een eigene ziel. Wellicht dacht
Ik denk hier aan Herman Bangs: Aan den weg, aan Erens' onvergetelijke Berbke,aan Goudsmits: Moeder Zijpe's jaardag, alle verhalen van allere
127door de bitterheid van 't genadebrood gedwongen wordt toe te grijpen bij elk baantjedat openkomt. Tenslotte opperman wordt, steenkruier. En &a
de Journalistiek in 't bizonder. Daarvoor zou noodig zijn een herdruk vanhet belangwekkende boek ‘Een veertigjarigeUitgeversloopbaan’ in 1891 ver
128Letterkundig leven uit de augustus-tijdschriftenDe Wereld.Jan Feith is het Boek-geschenk van de Nederlandsche auteurs aan hun Vlaamschebroederen ze
Er is bij mij geen quaestie van vooroordeel; maar ik erken nogtansvolmondig, afgescheiden van de strekking van het stuk als zoodanig, dathet in elk ge
De Witte Mier.De heer S.H. de Roos geeft een artikeltje over klein drukwerk; ook drukken is(evenals fotografeeren immers?) een kunstvak. Een pittig st
*9dat waarlijk natuurgenot onafhankelijk is van de uiterlijkeverschijningsvormen der natuur. Ik herinner mij de honderd en één malendat ik - een weini
14begrepen levensvergissing te herstellen, en biedt haar zijn liefde. Maar nu staatdaar het geloof als een hinderpaal tusschen beiden en Heleen wijst
de moedwillige gedurfde phantastische lijnen van Bakst en Soudeikine.Het is een wilde conceptie van het Oosten die - 1912/1913 - de modebeheerschte, e
Ten slotte memoreeren wij een sprookje van Bé Stolk en ‘Liederen van late liefde’,door Hélène Swarth.De Nieuwe Gids.Jo Klein-Becker en Franz de Backer
129De eerste Nederlandsche heiligenlegendeHendrik van Veldeke's Sint Servatius Legende, bewerkt door MarieKoenen, met een inleidend woord van Dr.
130De proloog, zoo kenmerkend voor middeleeuwsche gedichten, is op gelukkige wijzeaangepast aan deze nieuwe uitgave:Te Veldeke werd hij geborenEn Heyn
En als Servaes in Jerusalem een leven leidt van vrome overpeinzingen en goedewerken, is 't verschil weer kenmerkend, waarop wordt medegedeeld de
Droomt van zijn droom en ziet noch hoort,Totdat een harde stem hem stoort.Uit de gevangenisschap der Hunnen wordt Sinte Servaes door een wonder gered,
131Karikaturen uit den Franschen tijdNU van alle kanten gejubeld wordt over 't herstelde Nederland, acht ik 't wel aardighier een paar repro
DIT boekje, in zijn wel wat poeteloerig lichtblauw bandje met gouden opdruk,overigens evenwel netjes en zeer goedkoop uitgegeven, is niet het minst be
132weinig nieuws, maar de kalme en degelijke betoogtrant, de smakelijke samenvattingder argumenten, reeds blijkend uit de opschriften der hoofdstukjes
der Boeren geschreven, om dezen namelijk ‘o'er te haal tot Seperasie’ en warenen bleven voorloopig een op zichzelf staand verschijnsel. ‘Ons noem
Dit boek beschrijft ons den strijd van de klein-industrie tegen den groothandel; hetvoert ons in de zwarte stad Schiedam, in 't huisgezin en de w
133Oom Jan Vasvat en Neef Daantje Loslaat’ in de Zuid-Afrikaan, maar vooralmet dat van ‘Ware Afrikaander’ (S.J. du Toit?) in ditzelfde blad in 1874 ka
zijn nog naschrijnend leed moeten bezinken ‘en voor epiese behandeling derreusachtige stof is tijd nodig’1).Vele kleine trekjes, vol fijn gevoel, meer
134Daarentegen staat het taalbegrip en -gevoel zoowel van Zuid- als vanNoord-Nederlanders o.i. nog wel zóó dicht bij dat der Z. Afr. schrijvers, dat,
Van de 50 grootere en kleinere, die het bundeltje bevat, vermelden we ten slottenog afzonderlijk: de om hun eenvoud en gevoeligheid aandoenlijke, maar
135te Utrecht, was in 1902 tegenwoordig bij de werkstakingen in Nederland, België,Frankrijk en Spanje. Op het einde van 1902 werd hij student in de me
is. Want al is taal klank en al heeft bijvoorbeeld een wilde die wat barbaarschegeluiden uitstoot en zich aldus voor zijn stamgenooten verstaanbaar tr
136ceptie als deze ‘Heilige Tocht’, dan is het, geloof ik, hierom, wijl ik in dentaal-kunstenaar Ary Prins het individualisme voel ten spits gedreven
harigheid, hard-rood tot aan de kassen toe. Zijn dicht-begroeide handen,bleek-blank met zonnevlekken, om eenen leêren beker heen, waarin driesteenen l
137door de twee honderd dicht bedrukte1)bladzijden van dit boek, allengs tot eenobsessie: maar niet de obsessie die mij sidderend sloeg door schoonhei
Zoo zijn er nog enkele andere plaatsen in dit boek; in zijn lezenswaarde besprekinggeeft Scharten nog eenige voorbeelden, ongeveer dezelfde - voor mij
15voor de gedichten van Kloos, Perk en van Eeden. De visie van Ida op hetsneeuwlandschap (blz. 56 bovenaan) schijnt mij voor zulk een volkskind veel t
138ongewild comische. Zoo op blz. 59: ‘Zij dronken bekers uit, die aan een vat gevuld,en daardoor vroolijk werden’. Kluchtig doet ook aan blz. 90: ‘Hi
en wordt zij, juist in de scènes die 't moeten doén, telkens nuchter en als huiverigvoor de complicaties, die zij zelf maakte.En aan complicaties
139te maken, haar verlangen naar hem haar geheel bewust geworden, en nu hoort ze,dat hij juist toen, met een ander, en lichtzinnig als gold het een sp
het drama zich heeft afgespeeld, elkaar allen te nauw verwant. De schrijfster laatalleen Tine aan Herman vertellen, hoe ze gelooft, dat Lenie van Hans
140Men begrijpe mij wèl: het komt natuurlijk niet in ons op, aan de auteur te verwijten,dat ze een hoogstaand en fijn meisje als Lenie, haar hart laat
slecht niet acht, tot stand. Een zoontje wordt het echtpaar Erckman geboren. Dochop zijn derden jaardag krijgt het kind een toeval en de vader kan all
141zondige, het althans gevaarlijke van het huwelijk eens zwaar belasten. Met warmteheeft zij daartegen gepleit en het geheele boek, ook in zijn uitko
de auteur de jeugd van haar Rose-Marie oplost in de rijpheid van haar eigenervaringen.Of het boek het succes zal beleven van zijn voorgangers, is moei
142schijnt toe te behooren, al lacht en danst en geniet zij haar jeugd met de adellijkeaanbidders, die haar omfladderen. Als zij 's zomers in een
de: Modern-Bibliotheek van Holkema & Warendorf (die haast geboykotdiende te worden om den affreuzen, onhollandsch gevormden titel!), de GeleBiblio
2Tot de sociale dramen behooren: Vor Sonnenaufgang, Die Weber, DerBiberpelz, Der Rote Hahn, Fuhrmann Henschel, Rose Bernd,Die Ratten.De Familie-dramen
van een afgrijselijke misdaad en ternauwernood aan een smadelijken dood wordtontrukt!Wie leeft niet mede met het lijden dezerVROUW UIT DE VOLKSKLASSE!
143zoo bijster bevallen. Zeker, 't is boeiend genoeg; er gebeurt van alles. Een barondie spiritistische sceances houdt en in een schuur voor zijn
zelfs dat men hem nu niet voldoende recht laat wedervaren - over Tsjéchow spreektmen reeds als over een der groote figuren uit het verleden.In de eers
144er ons een en ander uit mede. Zooals men weet werd Goethe door Carl August vanWeimar naar Ilmenau gezonden in verband met de herstelling van het da
In zijn ‘Boeken, Menschen en Stroomingen’ prijst de redacteur van Looy's Reizenen Ary Prins' Heilige Tocht.Er zijn algemeene en bizondere er
nieuwe stad.Stijn Streuvels vervolgt zijn ‘Dorpslucht’; Herman Middendorp draagt eenige Verzenbij en een artikel over Prins' ‘Heilige Tocht’, waa
*10‘letterlievende Journalist’ die in dit tijdschriftje bladen uit zijn dagboek geeft, heeftNijinsky zien dansen. En wat hij toen onderging heeft hij
Achter Mei hoor ik zomerAls een fluitenden knaap,Maar de Herfst is een droomerMet... dood... als slaap’.Dan 't vervolg van den roman ‘In Troebe
INHOUD. Hugo Verriest, door De Redactie. - Het Leven eener christene Grootstad,door P. Dr. Berthold Missiaen, cap. - Iets over Birgittinessenkloosters
145[Schrijvers van over de grenzen]Romain Rolland en ‘Jean Christophe’MET in dit jaar aan Romain Rolland haren nieuw-gestichten Grand Prix de Littérat
146hebben velen begrepen, alsmede de ruimere waarde van dat zuivere en edele boek.In alle landen der wereld heeft Christophe vrienden gevonden, zielen
16Het hemelvuur had graaf Victor's verdorven hart doorboord. Uit: ‘Prikkelidyllen’.Lexicographische mededeelingenNetscher, (Frans) werd den 30ste
die nooit verteert. Kunst maken beteekent voor hem: zijn leven uiten, zijn zieluitzingen. Kunst is zoowel hoofdzaak als nevenzaak bij hem: hoofdzaak,
147vangene die van het leven eigenlijk niets anders afweet dan wat literatuur en in hetleven geen ander heil zoekt, er geen ander doel in vermag te vi
gebleven en daarna niet meer kon worden herzien, vermits elk jaar minstens éénboek moest verschijnen. Naast ongelijke bladzijden en hoofdstukken, vind
148‘jong-europeeschen’ geest gekenmerkt hebben. Christophe ziet niettemin demenschen zooals ze zijn, met hunne laagheden en al de kleine kantjes van h
heden ten dage, aan hare geliefde kleinkinderen in handen geeft, om denknaap of het meisje, voor het minst, door het beschouwen der platen,eenig verma
149geheel onverstaanbaar bleef? dan, het rijmde toch, en dit kon, dacht mentoen welligt! althans bij kinderen, eenigen bijval vinden.Men ziet, deze kr
En dan wenden ze zich tot de jeugd:En gij, lieve Kinderen! voor wien dit Boekje eigenlijk bestemd is, en die,wanneer gij het van uwe ouders of vriende
150Daar zult gy zoet en lieflyk speelen,En met de lieve Eng'len deelenIn al het Vaderlyke goedVan schoone en aangenaame dingen,Met denken, looven
Het knaapje, dat met vlijt studeert,Of wel een nuttig ambacht leert,Bereidt zich voor den stand en 't lot, hem eens beschoren:Daarop wijst ook he
151delenden bereidt, en van het ongeluk der, tegen beter weten aan, afgedwaalden’worden geschetst. We vernemen hier van Albert en Antoinette, ‘kindere
medewerker van de ‘Zwolsche Courant’ en van de ‘Oprechte Haarlemsche Courant’,waarvoor hij tooneelrecensies schrijft.Letterkundig leven uit de januari
Dewyl de dag vast komt voor handen,Om weg te gaan uit deeze landen,Naar 't ver gewest der Eeuwigheid?Wat was uw werken en vergaaren,In al dien sc
152[Boekenschouw]ReisbeschrijvingReisbrieven uit Afrika en Azië, benevens eenige brieven uit Zweden enNoorwegen, door Dr. Aletta H. Jacobs. 2 dln. (Al
Ik meende dit alles te moeten vooropstellen, opdat men wete wat men in dezebeide dikke deelen niet zoeken moet. Wat men er wèl mag zoeken en inovervlo
153aanwees, noch ook de waarheid te benadrukken dat een Europeaan nooit eenInlander, een Hottentot, een Mahomedaan naar hun wezen zal kunnen doorgrond
soms zeer bekrompen Gereformeerde Jongelingsbode, doch waarin althans meteerbied gesproken wordt over de schoonste bladzijdenDen Gulden Winckel. Jaarg
154onzer wereld-literatuur, dan in 't gezelschap van een zoogenaamd beschaafdevrouw, die in domme waanwijsheid het heilige vertrapt onder hare va
Toen de Nijmeegsche Courant zoo-of-zoo-veel jaar bestond, vroeg de redactieaan verscheiden menschen van beteekenis hun meening over de waarde van dekr
155verwekken den wrevel en de ergernis, waarvan boven gerept werd. Laten we dezeaanvaarden en er zachtjes om lachen! Het publiek verloochent gaarne de
wordt onderstroomd en doorfonkeld, krijgt eerst zijn volle beteekenis door de psychevan den mensch die dit ondergaat. En die psyche, die afwijkende, i
156lijks, liever: wat ons, Noordelijken, minder plastische taal, zwaarder bedachtzaamheidgewoon, bekoort. Maar de gezapigheid van de Streuvels-volgers
*1dat hij daarom zoo ver boven ‘Menschenwee’ vindt staan, omdat in ‘De Jordaan’het idealisme niet naast het realisme staat, maar er in zit, terwijl in
Zijn blijkbaar tot het mystische en zinnelijke, althans zintuigelijke geneigde aardschikt Toussaint bij wat we, ruim genomen, maar de roomschen zullen
157Van tweeërlei Ras, door Johanna Steketee. (Utrecht, A.W. Bruna enZoon).Een meisje is ‘door omstandigheden’ genoodzaakt, een pension op te zetten. Z
gezegde niet schokken. Streefde ze toch, hoe uit de verte ook, naar het scheppenvan schoonheid, een zin als: ‘Men kan geen twee heeren dienen, evenmin
158vrouw tot den man, en is ook het verhaal Thea Lelie daar niet vrij van, het belangrijkevan dit verhaal en daarmede van het boek schijnt mij de tref
Oostersche straten vol schetterende zonne en donker-malve schaduw op wittekalkmuren, van danseressen met sierlijke gebaren, lang en lui.Zoo ook komt h
159in sommige impressie-stukjes, en een zweempje van Nietzsche hier en daar:... divin azur qui n'est rien que le vide ...Meestal hebben deze mooi
[Winckelkout] Karikaturen uit den Franschen tijdEen der lezers van dit tijdschrift, de Heer A.J. van Huffel Jr. te 's Gravenhage, iszoo vriendel
160aantal normen. Haspels beschouwt er drie. I. Eenheid van vorm en inhoud. II. Hetvol-menschelijke. III. De andere wereld.Verbreekt ge van een kunstw
'n Paar dagen later verdienden ze weer buiten, redevoerde hij tegenvriendelijke menschen, stuurde zij den wagen nu ook 't erf op om haarjong
De Tijdspiegel.Stijn Streuvels' ‘Dorpslucht’ ontwikkelt zich meer en meer tot een breed en prachtigwerk; De Tijdspiegel is wel gelukkig met dezen
Dr. J. de Zwaan opent de afl. met een beschouwing over Oriëntalisme,Keizeraanbidding en Christendom. A. Brummelkamp causeert over de beteekenisvan ‘Le
*11het streven van een Assistent-Resident die... niet vergiftigd is, maaroverleed aan een leverabces!Leugen dus en laster. De M.H. niets dan pleidooi
er wat voor geven om te weten, wat er thans achter dat breede voorhoofdomgaat.Een Franschman! maar dan uit Langres, van den kleinen burgerstand,en die
De Beweging.INHOUD. Afrikaner Taal en Poëzie, door Dr. C.G.N. de Vooys. - Aanteekeningenover Architectuur, door Just Havelaar. - Antwerpsche Libertijn
161[Onze schrijvers]Herman HeijermansOnderstaand is een fragment uit een gesprek dat schrijver dezes eenigentijd geleden met Heijermans had. De lezer
162een angeltje is, - dan verraadt hem die goedige mond, waarover een glimplachjeschiet... zoo bescheiden dat hij zich lijkt af te vragen of hij, de g
bekken en klopper. Even hoorde ik zijn voorzichtige passen in de gang. Toen brakhet koor los.Toen hij hijgend terugkwam en mij verklaarde, dat het hem
163Een hoekje van een groep letterkundigen vóór 't Hotel de Witte Brug te Scheveningen. Defoto werd voor een paar jaar genomen, ter gelegenheid v
164Laat ik u dit zeggen: bijna alles van de internationale en nationale litteratuur is bewustof onbewust een industrieel produceeren voor een heele ph
begrip schoonheid voor mij verloren door het gezwoeg van het menschdier. Maaronze levensbeschouwing, ik mag hier zeggen onze, heeft een blijmoedigen h
165willen. Het publiek van vandaag krijgt niet datgene waarvoor het betaalt, maardatgene wat wordt toegestaan bij de gratie van menschen met geld acht
Ten slotte vestigen wij de aandacht op eenige der voornaamste litteraire bijdragender overige ons toegezonden periodieken. In de eerste plaats maken w
hij zal zeggen: een mensch is en blijft een mensch en zijn bloed begint te koken alsje hetgeen voor je zelf heilig is, door het slijk ziet gehaald doo
166hij van het een tot het ander kwam. Ik vind dat juist zoo jammer, omdat ditbrievenboek dan tevens een verdediging zou zijn geweest; zij het dan ook
IIIFrederik van Eeden betoont zich in zijn briefwisseling uit de jaren 1889-1899 noggeheel de tastende jonge man, vol stemmingen en vol veranderende i
167het dus vol. Het is geen hoogmoed en geen luchthartigheid. - Onthoudt dit: ik bennooit hard met onvriendelijke gezindheid, en ik voel mij nooit gek
ermee blijven, ja dit steeds meer en meer worden. De tijd is niet ver meer, dat opheel den ruimen Dam de oude Nieuwe Kerk de eenig overgebleven getuig
168ze bouwde er een nieuw, van om-en-bij de 8 miljoen gulden. Er waren burgers dievonden dat het wel wat minder kon; dat er wel wat te veel geofferd w
169op architektonische en andere bizonderheden van het bezongen Stadhuis, en deandere door Vondel in zijn gedicht vermelde gebouwen. Dat deze aanteeke
mijn verbeelding hettableau’, schrijft de heer Q., ‘dat de Vries schetste, toen1)eenjong aanmatigend meester in de rechten in 't bijzijn van Van
170Voor 't overige ligt er over de loopbaan des heeren Vrolik als hoofd derExploitatiemaatschappij een tragische tint.Tragi-comisch daarentegen d
wier eerste grondslagen hij hielp vestigen en wier gouden feest hij, tegen 't eind van1885 president-commissaris geworden, onlangs heeft mogen be
*2Elseviers zet zijn 25en jaarg. weer zeer goed in. Niet alleen sturen de uitgeversden inteekenaars een fraaie wandkalender thuis, maar het omvangrijk
171afsloeg voor eene volledige verzameling jaargangen van een Fourieristisch dagblad.Inmiddels was de heer Q. trouw blijven medewerken aan de ‘economi
Wat hiervan wezen moge, ook voor geloovigen als de bedoelde valt hier, verbeeldik mij, veel te genieten en veel te leeren. En indien het woord waarach
172de wetten van het Leven in hun ijzeren noodwendigheid; hij weet ieder gebeurenniet geboren uit toevallige omstandigheden, maar van een physische of
blz. 97. ‘Zijn menschelijke natuur, zijn verschijnen, zijn bloei en ondergang kunnenaltijd door een groot beeldend kunstenaar naar boven gehaald, en i
173heilige schroom voor het Mysterie heeft zijn pen bestuurd. Dat het Mysterieachter en in deze zinnelijke wereld iets meer is dan een ‘Hirngespenst’,
174samenleving dier vier menschen, ballingen, door het toeval aaneengeschakeld indat van zon daverend land, tusschen menschen wier uitdrukkingsvermoge
dragelijken volzin samen te stellen en ploetert hij met welbehagen rond in den meesthopeloos-banalen courantenstijl. De eerste zin is in dit opzicht w
175majoor Puiflijk (in de keus van zulke dwaze namen zie ik een der gemaniereerdhedenvan den auteur) en hem den dood indrijft, geschiedenisje wel heel
Journalistieke Rolmops. Ingelegd door ‘Barbarossa’ van de Telegraaf.- (Amsterdam, van Holkema en Warendorf).Met een kuif als een bos wortelen en een g
176Letterkundig leven uit de november-tijdschriftenDe Gids.Jhr. Mr. V.E.L. de Stuers is verleden maand 70 jaar geworden. De Gids laat dit feitniet ono
17Onze hedendaagsche letterkunde1)IIIHet dilettantisme in de Nederlandsche letterkundeONDER de oorzaken, welke den bloei van onze literatuur belemmerd
wij gaarne wat breeder ontwikkeld hadden gezien. Misschien later eens in eenroman?De Beweging.Albert Verwey toont hier opnieuw zijn ingenomenheid met
voor. J. Kleefstra schrijft over de Grondslagen van Opvoeding en Onderwijs. Dr.C.J. Wynaendts Francken geeft een stuk reisbeschrijving; Dr. A. Aletrin
*12waren Baudelaire, Barbey d'Aurevilly en Villiers de l'Isle-Adam niets andersdan farceurs, zoo heb ik ze ook door bekende letterkundigen v
Perdues’, Barrès in zijne ‘Déracinés’, ze hebben ons dat corps gegevenzooals het was in 1884 - nu geeft Poinsot het ons in 1912. Geene anderenatie maa
der Voo. - Buitenlandsche studenten aan de Belgische Hoogeschool. - Van Maandtot Maand. - Bibliographie.Groot-Nederland.INHOUD: Verzen, door Hélène Sw
177De geschiedenis van een hondOctave Mirbeau: Dingo. - Paris, Fasquelle, 1913.ER wordt tegenwoordig weer veel over dieren geschreven. In de Franschel
178honden zijn eigenlijk meer wolf dan wat anders. De schrijver ontvangt hem van eengeleerde en voelt dadelijk sympathie voor het piepjonge, lompe die
Zoo eindigt de geschiedenis van Dingo. Maar het voornaamste uit het werk hebik bij deze korte inhoudsvermelding noodzakelijk moeten verzwijgen, nl. de
179gispingen van het gemaakte en valsche in kunstenaarszeden, de onverwachte enleuke zetten over deze of gene kunst-richting.Je regrette, comme un ami
Herman HeijermansII‘WANNEER u dus iets beschrijft’ - met deze woorden trachtte ik tot de kern van dezaak terug te keeren, - ‘dan geeft u de werkelijkh
18overheersching konden komen. Dit nu is in Nederland wel het geval. Behalve dathet schrijven van literair werk uit tijdverdrijf, uit lust tot voornaa
180krijg ik een gevoel van schaamte over mijn tijdgenooten die over zulke dingen nooitnadenken... En als ik het dan tòch moet beschrijven? Ja, dan zo
onderlegd is. Ik behoor niet tot de theoretici, maar mijn gevoel als socialist heeft mijzelden bedrogen, ook niet in theoretische vraagstukken.- ‘Maar
181maar ik kan mijn eigen binnenste niet veranderen. Ik heb niet gezegd: ik moet eenkansel hebben, dus ga ik voor het tooneel schrijven. Ik had een to
182leven voor de heerschende klasse. Ik spreek in het algemeen, uitzonderingendaargelaten. Dat is klassekunst. Eigenaardig is ook wel, dat als Verkade
183boven tijd en tijdgenooten verheven achten. Wij staan er geen van allen boven, wijstaan er in.- ‘Heeft de kunstenaar niet iets beters te doen dan w
184zelf ook het gevoel dat ik mijn plicht heb gedaan en mijn roeping ben gevolgd...Roeping en plicht. twee ouwerwetsche woorden. Als ik dat gevoel uie
kleurige veeléénheid, die het niet alleen aantrekkelijk maakt voor het naspeurendverstand, maar tevens voor 't gevoelvol, min of meer kunstzinnig
185is gaarne geneigd om - de schrijvers geloovende ook zonder veel citaten en cijfers- van het bosch te genieten ook zonder de boomen te tellen.Doen w
uw dienaar, verkwikt heeft als pittige spijs na den laffen kost van de veel te velehedendaagsche romannetjes.G.v.E.Hortense de Beauharnais, Koningin v
186voor Hortense werd gezocht, glipt de aandacht van den lezer voortdurend weg naarde groote figuur van Napoleon die naast deze levens van Josephine e
door hen voorspelde triomfen komt, een ontwikkelingsstadium heeft te doorloopen,dat moeilijk en zwaar is, en niet nog bovendien moet te kampen hebben
vooruitstrevende critici, verbaast zich niet over de negatieve resultaten, waartoe ditonderzoek leidt. Maar even weinig acht hij zich hierdoor verarmd
187nur zur Illustration, nicht zur Demonstration. Zoo zijn Lessing en Kant de voorloopersgeweest van het modern-religieuze bewustzijn in zijne jongste
188niet meer: veel mooi en kernachtig proza, zoowel uit de middeleeuwen als uit de17eeeuw, kunnen we daardoor nu genieten. En dat daarvan nog lang nie
behaagzucht ons sterk, immers onopzettelijk, deden beseffen, wat aan onzelitteratuur ontbreekt.Met die bonbonnière-achtige virtuositeit, het voos woor
189reikendheid boeiende figuur van den schrijver zelf de noodlottigst denkbare smetis aangewreven, die van de lachwekkendheid namelijk.Acht men dit oo
ALS ieder jaar om dezen tijd is hij er weer: de stroom; spoelt hij en bruist hij enwringt hij weer de kamers binnen van ons recensenten, die niet wete
190bewegingen’, wat minachtend neerziende op die wel flinke maar wat eenvoudigezakenmenschen, die van hun kant de Koendersen weer niet dàt vonden: ‘ee
vaak zoo hindert. Alles is hier scherp-belijnd, de karakters en het landschap, entoch is dit boek niet in elkaar gezet maar gegroeid uit de ontroerde
191popelend. En we vonden veel moois, telkens van die dingen uit de ‘wonderbarewereld’, die een mensch gelukkig maken voor langen tijd. Is het, om iet
Zoo doet hij ons het land zien en de huizen die als één zijn met dat land, er als uitopgegroeid, zooals er de menschen uit opgroeien met hun ongekunst
Bühne van Berlijn - een tooneelgezelschap geschapen door Maximilian Hardenà l'instar van Antoine's Theatre Libre te Parijs, voor het opvoere
19scheppende bezieling heelemaal geen notie meer. Tegenover hen staan de enkelewoeste, onverzettelijk vooruitwillende, onbemiddelde schrijvers, die ec
met mij eens zijt dat deze schets voortreffelijk is, juist wijl er onder die ironie zulkeen menschelijk meegevoelen trilt.Met ‘In Mineur’ ben ik onder
192kantoorleven, Robbers' bekende en thans in zeer goedkoope uitgave verspreide‘Roman van Bernard Bandt’ en het boek van het Rotterdamschewinkell
en deelt mede: ‘Helaas, dacht ik later, er is geen land, dat niet fier is opzijn taal. Het is alleen bij ons, dat men de taal van het land lastert en
193mensch van verinnigder mystische beschouwing ware te vinden geweest- laat ons dat nu niet en hier niet overwegen, maar erkentelijk zijn voorde toch
Naar men weet heeft Prof. Kalff vóór de literatuur van '80 halt gemaakt. Te meerjammer oordeelt R. het dat in een werk als ‘'t Herstelde Ned
INHOUD. Dorpslucht, door Stijn Streuvels. - Verzen, door Herman Middendorp. -Ter verjaring van Carmen Sylva, door F. Smit Kleine. - Aphorismen, door J
hebben tegen de ‘recht van den sterkste’-conceptie die Bernstein lang verheerlijktheeft en vele opwerpingen tegen zijne ruwe, iets of wat schematische
20hijgend van angstige belangstelling laten, hem met zijn rap, raak, ineengedrongenwerk overmeesteren, moet hij toestanden kiezen die een bizonderen i
dat die primaat-menschen, als zoodanig, massaal van gestalte zijn en heelkrachtdadig uitgebeeld, diep ademend, stevig gespierd en breed-geschouderd: z
21bijna allen vrouwfiguren - die heel wat ingewikkelder, subtieler zielsbestaan enpsychologisch gesproken heel wat ruimeren ondergrond hebben: Marise
Bernstein zal leiden, die vroeger door de al te groote brutaliteit, driestheid enwoestheid van zijn werk werden afgeschrikt. We danken aan Bernstein:
22[Boekenschouw]Literatuurgeschiedenis, wijsbegeerte, reisbeschrijvingJean Jacques Rousseau, door Henriëtte Roland Holst. Een beeld vanzijn leven en w
23millioenen, omdat het insluit wat zij in den ouden godsdienst missen: verzoeningtusschen hoofd en hart, omdat het een religie, een zedelijke religie
24boek van weemoed en zachte vreugden om verledene dingen, die schoonewerkelijkheid in het heden zijn, de steden Venetië en Ferrara, Florence en Pisa,
25Juffrouw Elckerlyc bekeert zich tijdig. In de Engelsche letterkunde (passez-moi lemot, ik zoek ze er op het oogenblik vergeefs!) bekeert, frappante
3boerenfamilie van Schlesien die heelemaal onder gaat door drankzucht, echtbreuken avontuurlijkheid. Eenige der toen modieuze socialistische gedachten
de Woestijne (o, die volgorde!), met proza van een Goudsmit, een Scharten enenkelen meer verrasten en verrukten!...Juffrouw; mevrouw; bij de goden (te
26rukken, - ha, ha, ha, ha!’ Tweede voorbeeld, vrije navolging van den ‘Schoolmeester’.Weer spreekt de duivel: ‘Toen werd hij mij, één uur. En in dat
De lezer moet dus maar genoegen nemen met wat de schrijver zelf in het laatstehoofdstuk met prijzenswaardige en oolijke bescheidenheid omtrent het ont
27de sterkte van 't verdriet om de roode haren, noch het lijden in haar ongelukkigeliefde is echt en oprecht doorvoeld. Dorothee Buys blijft met
regeert. Mondje is de meid, heeft geen wil, geen verzet, en toch geniet hij meer danzijn broeder van zon en zomer, van de herinnering aan moeder en Qu
28weg. Noch 't een noch 't ander trok ons aan, terwijl Levenswetten, viervertellingen en een voorverhaal, onze waardeering wekken.E. Hello s
van verdacht allooi, al het hunne doen om zijn broer (Guus) den laatsten penninguit den zak te kloppen. De mannen binden, bedreigen hem zelfs, zoodat
29het andere verhaal. Iets hiervan schijnt Buysse wel gevoeld te hebben. Immers opde bruiloft van den anderen broer, die plotseling (hoe? iedere psych
Nogmaals: ‘Langs kleine wegen’ geeft ons den besten kijk op het talent vanVerschoren, één uit de verscheidenheid die Jong-Vlaanderen thans oplevert.LO
30Het verstand kan nimmer tot het hoogste weten reiken, de wereld, die de dichterschept.NICO VAN SUCHTELENIk geloof wel dat de heer van Suchtelen zich
Op Crampton volgde Der Biberpelz, ‘eine Diebskomödie’, nog al grof vanhumor, zooals de latere Schluck und Jau en Der Rothe Hahn. Ik kan indeze werken
DiversenHet Paard in zijne natuurlijke ontwikkeling, door Wilhelm Bölsche.Bewerkt door Dr. B.C. Goudsmit. (Zutphen, W.J. Thieme & Co.).Van uit het
31ziet dan een gewoon dier, de aandacht en belangstelling vraagt, die aan zooveelwerken van den begaafden schrijver is ten deel gevallen. Het stukjewe
Letterkundig leven uit de februari-tijdschriftenDe Gids.P.H. van Moerkerken vervolgt zijn novelle, waarin hij ons het proces laat zien van‘De ondergan
32Stemmen des Tijds.Dr. H. Bavinck gaat den invloed na dien het Christendom op de Natuurwetenschapheeft uitgeoefend en zet in zijn stuk zekere verkeer
Dit tijdschriftje gaat voort met zijn lezers korte, aangenaam leesbare artikels tebrengen op 't gebied van boeknijverheid en literatuur. R.W.P. d
opvoering te Parijs van Victor Hugo's Hernani heette te hebbengedragen, volgens het getuigenis van iemand die het weten kon, Hugo'svrouw (‘V
*1Elseviers Geïllustreerd Maandschrift.De afl. opent met een rijk verlucht opstel van J.S.H. Kever over den bescheiden,weinig ‘aan den weg timmerenden
INHOUD: Dorpslucht, door Stijn Streuvels. - De laatste duisternis, door J. Greshoff.- Godsdienst en Politiek, door Mr. H. Verkouteren. - De eerste bri
Ook dit graaldrama heeft het schoongeslepene van edelgesteente en isdoorsidderd van een magisch iriseerend kleurenvuur, dat er met eenkouden gloed in
33Frederik Leonardus Hemkes en zijn tijdTUSSCHEN 1870 en '80 zwelt in Nederland de afkeer van de litteraire mode toteen driftige begeerte naar he
4de Märchen-kunst, maar tevens tot de hoogste symbolen-kunst. Deze dramatischevertelling was voor Hauptmann niet slechts eene feeërie, maar ook de bie
34betwisten, Beets een der meest geliefde sprekers zijn en het groote publiek dejeugdige actrice Josephine de Groot, om strijd door Perk, Kloos en van
fantasieën zich verklaarden tot schoone en droeve verbeeldingen en een zachtemelodie zijn ziel doorruischte.Zoo gingen de dagen en de nachten voorbij.
35van den meer oorspronkelijken geest. Doch de studie der dictaten, der griekscheen latijnsche grammatica, der historische handboeken werd verwaarloos
C. Honigh, als het heet, de gedichten keurt. Wel komt Lodewijk Boissot terug, maarH. had zich door zijn XL verzen geïntroduceerd en weldra is hij in c
36bij 's konings verjaardag (1883, 19 Febr., Speel op de Oranjewijze! Ontplooi dePrinsenvlag! In aller harten rijze, Een wensch op dezen dag;). G
En - als bij alle dingen - niet al het nieuwe is goed, niet al het oude was verkeerd.Maar het is niet mijn plan een kritische verhandeling te schrijve
37der jeugd’ dit nog niet inziet; en dat het daarom althans beter is dat de kindereneen-en-ander door hem leeren.Het boekje is geschreven in den vorm
nog bij, dat de vertaler nu juist niet altijd heel gelukkig vertaald heeft. Om tweevoorbeelden te noemen: herhaaldelijk stuiten we op de germanismenve
38Ik schrijf hier een gedeelte af van de zesde samenspraak, om eenig denkbeeld tegeven van deze gesprekken.DE VADER. En wat heb ik hier?ALLEN. Ach! ee
1) Zoo b.v. ook in de fransche vertaling in 1785 te Genève verschenen.[Idee en Leven]Kantteekeningen bij de Literatuur van den Dag.Mei-droom. Een fees
nieuw leven, en zinkt, steeds lager zinkt, blijkt een der stevigste en ellendigstecreaties van Hauptmann.***Nog rust op mij de plicht enkele regels aa
39doen gelooven in de toekomst van zoo iets als ‘de Kunst der Democratie’.Of wellicht dàt toch niet. Want het is toch wel duidelijk, dat zelfs deze li
Zoo'n vers geeft, op zich zelf beschouwd, reeds vreugde, afgezien dus van elkenschoonen zinnebeeldigen samenhang. Is het niet of bovenal aan de d
40De driftige spruitende stekken,Wij zijn de adersDe bladers -De boom!Waarop de Rei van Meisjes antwoordt:Wij zijn de bloemen, die wekkenWier vleugels
Dat in den jare 1912 in België een jonge man om deze verzen van eenstudie-inrichting als 't Athenaeum te Gent kon verwijderd worden en zulks op i
41Toch is er een grens, toch is de theosooph een ander dan de wijsgeer. AllePhilosophie ist Idealismus - dit woord van Hegel is zóó waar dat men aan h
tegenover zich heeft dan het door het zelf gestelde. Zoo bouwt het zelf het dier, deplant, de kristallen: de wereld is niet enkel lijdelijk, zij is al
42herstellingsvermogen en het instinct van planten en dieren, alle werkingen van hetonbewuste of liever het onderbewuste, dat ten slotte als een minde
tweeërlei moment is des Begrips: de ziel, het andere van het lichaam, ongescheidenervan onderscheiden, dat valt hier als abstracte tweeheid, ja zelfs
43Marxistisch, historisch materialisme, zoowel tot diep gemeenschapsvoelen als ooktot klaarder denken alreeds zijn opgevoed. Maar dit is haar verdiens
Dat alles is onredelijk van 't begin tot het eind! Die aangehaalde ‘gouden tijd’ (ikheb die periode nooit zoo hooren noemen!) en die wel verkapte
5diepst-begrepene en der rijkst-menschelijke figuren der wereldliteratuur, en in weinigeboeken meer dan in dien bizonderen roman, is de harmonie van d
44Eene andere eigen(on)aardigheid van den schrijver is, dat hij gaarne met verachtingspreekt over de pogingen, door anderen aangewend, om den volkszan
45is een voorrecht, durf ik zeggen, n' en déplaise de velen die het Grieksch en Latijnop de school willen afschaffen!). Ook de laatsten toch zull
Men hoort wel eens dat het moeilijk is een uitgever voor een boek te vinden. Dochhoe kan dit mogelijk zijn, waar toch uitgevers van ervaring als Schel
46Doch er is zoo weinig innigs en werkelijks in dit verhaal; men voelt zóó duidelijk dathet niet doorvoeld, doch gefabriceerd werd en dit maakwerk nog
Het nieuwe geslacht, door Olga Wolbrück. Bewerking van Mevr.Wesselink-van Rossum. (Uitgave van Holkema en Warendorf).Dat deze schrijfster zoo druk gel
47Ille mihi, Roman van Elizabeth von Heyking Bewerking van B. deGraaff-van Cappelle. (Amsterdam, Van Holkema & Warendorf).Dit werk van Elisabeth v
Liedjes, Wijzen en Prentjes, door J.H. Speenhoff. Zevende Bundel.Nieuwe Reeks. Pianobegeleidingen door Willem Landré. (Rotterdam,W.L. & J. Brusse)
48Letterkundig leven uit de maart-tijdschriftenDe Gids.P.H.v. Moerkerken Jr. besluit zijn novelle. Dirk Coster vervolgt zijn van Oordt-studiën;hij hee
de wijd-open tuinkamer binnen, recht op den vijver-accacia in den spiegelaf.Voelt zich plots bijna-gevangen, fladdert hevig tegen, en grijpt een voord
zoodra er een kindergebeuren verhaald wordt, haar stem een treffendeinnigheid èn ‘leukheid’ doet krijgen. Men voelt dat zij zich in dat gedoevermeit;
Commentaires sur ces manuels