Roland VG-88 Manuel d'utilisateur télécharger pdf (Page 52)

52

3. Parameteroverzicht

LEVEL/BPM/KEY

LEVEL [0~200]

Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van de VG-88.

BPM [40BPM~250BPM, MIDI]

Hiermee kunt u de tempowaarde instellen. Dit kunt u voor

elke Patch apart doen, zodat u het tempo kunt afstemmen

op het nummer waarvoor u een Patch wilt gebruiken. Deze

waarde is bepalend voor het modulatie- of herhalingstem-

po van bepaalde effecten en andere functies.

* “BPM” (Beats Per Minute) slaat op het aantal kwartnoten per

minuut.

* Kies MIDI om het Patch-tempo met een externe bron (sequencer,

drumcomputer, JS-5 e.d.) te synchroniseren.

KEY [C (Am)~B (G

#

m)]

Hiermee kunt u de toonaard instellen. Dat is van belang

voor de COSM GUITAR-sectie en het Harmonist-effect.

PEDAL/ASSIGN

Hier vindt u alle parameters die toelaten om een parameter

toe te wijzen aan het EXP-pedaal, de CTL-voetschakelaar,

een optioneel pedaal of aan een MIDI-controlecommando.

Dan kunt u de betreffende parameter tijdens het spelen

beïnvloeden.

* Vergeet niet het effect in te schakelen waarvan u een parameter wilt

aansturen. Anders heeft de toewijzing namelijk weinig zin.

EXP (ON/OFF)

Hiermee schakelt u het EXP-pedaal in of uit.

* Met de [VALUE]-regelaar kunt u PRESET kiezen.

CTL (ON/OFF)

Hiermee schakelt u de CTL-voetschakelaar in of uit.

* Met de [VALUE]-regelaar kunt u PRESET kiezen.

GK VOL (ON/OFF)

Hiermee schakelt u de volumeregelaar op de GK (hexafo-

nisch element) in of uit.

* Met de [VALUE]-regelaar kunt u PRESET kiezen.

GK S1/S2 (ON/OFF)

Hiermee schakelt u de S1/S2-schakelaars op de GK in of

uit.

* Met de [VALUE]-regelaar kunt u PRESET kiezen.

ASSIGN1~8 (ON/OFF)

Hiermee schakelt u de Assign-functies 1~8 in of uit.

* Met de [VALUE]-regelaar kunt u PRESET kiezen.

TARGET

Kies hier de parameter die u met de ingeschakelde speel-

hulp(en) (zie hierboven) wilt aansturen. Zie ook blz. 65.

MIN

Kies hier de kleinste waarde die met de geactiveerde speel-

hulp kan worden ingesteld.

MAX

Kies hier de grootste waarde die met de geactiveerde

speelhulp kan worden ingesteld.

SOURCE

Kies hier het MIDI-commando of de optionele speelhulp

waarmee de gekozen parameter moet worden gewijzigd.

MODE

Hier kunt u instellen hoe de gedefinieerde speelhulp

(pedaal enz. of MIDI-commando) moet werken:

NORMAL: Als de CTL-voetschakelaar ingetrapt is, wordt

de MAX-waarde gehanteerd. Is hij niet ingetrapt, dan

wordt de MIN-waarde gebruikt.

TOGGLE: Door de CTL-voetschakelaar verschillende

keren in te trappen kiest u afwisselend de MIN- en de

MAX-waarde.

DEC/INC: S1 dient voor het verminderen van de waarde

en S2 voor het verhogen ervan.

TOGGLE: Door S1/S2 herhaaldelijk in te drukken kiest u

afwisselend de MIN- en de MAX-waarde.

* Wanneer u de S1/S2 POSTION-parameter van de DRIVER-groep

(SYSTEM) op "REVERSE" zet, werken S1 en S2 precies omge-

keerd.

ACTIVE RANGE

Hiermee bepaalt u de waarde die de speelhulp/het toege-

wezen MIDI-commando minimaal moet (LO)/maximaal

mag (HI) hebben om de geselecteerde parameter aan te

sturen.

Wanneer u als “SOURCE” van “CTL” of “ASSIGN”

niet “GK S1/S2” gekozen hebt

Voor “GK S1/S2”

1 2 ... 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 ... 71 72

Commentaires sur ces manuels

Pas de commentaire