
84
Verklaring van de effectparameters
U kunt telkens één van de volgende BPM-noten kiezen:
De BPM-waarde kan op één van de volgende drie manieren
worden ingesteld:
• De hier gekozen BPM-instelling wordt maar gebruikt als u een
synchroniseerbare parameter (Chorus Rate of Dly Time) op
“BPM ” zet.
40~250: De gewenste tempowaarde (40~250).
MIDI: De via de MIDI IN-aansluiting ontvangen MIDI
Clock-waarde fungeert als BPM.
Global: De voor “GLOBAL BPM” ingestelde waarde wordt
gebruikt. Zie ook “Global-parameters” op blz. 37.
In de volgende gevallen wordt de BPM-instelling niet
gebruikt:
• Wanneer u voor een effectparameter “BPM ”
kiest, maar het betreffende effect niet gebruikt.
• Wanneer u voor de betreffende effectparameter een
waarde i.p.v. “BPM ” instelt.
Foot Level
Met deze parameter kiest u de plaats in het algoritme waar
het volume met het zwelpedaal (“FV”) kan worden beïn-
vloed.
• Bij de meeste algoritmes kunt u zelf de plaats kiezen waar het
zwelpedaal het volume beïnvloedt. Zie de algoritmes op
blz. 41~71).
MIC Conv
Dit algoritme verandert het geluid van een met een dynami-
sche microfoon opgenomen signaal zodanig dat de indruk
ontstaat dat u het met een dure studiomicrofoon hebt opge-
nomen. Zelfs voor reeds opgenomen signalen kunt u de
afstand tussen de microfoon en de signaalbron nog verande-
ren (of dit op z’n minst overtuigend simuleren).
Bovendien kunt u dit algoritme gebruiken om een instru-
mentsignaal, dat u “rechtstreeks in de tafel gespeeld” hebt,
van een beetje Ambience voorzien en het geluid zodoende
meer laten “ademen”.
Effect
Met deze parameter schakelt u het effect in of uit.
Input
Stel hier in welke microfoon u voor de opname gebruikt of
op de ingang van de VF-1 aangesloten hebt.
DR-20: Roland DR-20
SML.DY: Kleine dynamische microfoon.
HED.DY: Dynamische hoofdmicrofoon.
MIN.CN: Kleine condensatormicrofoon.
Flat: Lijn-signaal.
Output
Kies hier de microfoon die moet worden gesimuleerd:
SML.DY: All-round dynamische microfoon voor zang en
instrumenten. Ideaal voor een gitaarversterker of Snare.
VOC.DY: Bijzonder populaire dynamische microfoon voor
zang met een prominent middengebied. Kies deze instelling
voor zang.
LRG.DY: Dynamische microfoon met een duidelijke bas-
weergave. Goed voor basdrum, Toms e.d.
SML.CN: Kleine condensatormicrofoon voor instrumenten
met een sprankelend hoog. Goed voor metalen percussie en
akoestische gitaar.
LRG.CN: Condensatormicrofoon met een vlakke respons.
Goed voor zang, spraak, akoestische instrumenten e.d.
VNT.CN: “Ouwe gouwe” condensatormicrofoon voor zang,
akoestische instrumenten enz.
Flat: Vlakke respons, waarmee u de typische kleur van een
microfoon kunt corrigeren om een “neutraler” geluid te ver-
krijgen.
• Als u een condensatorsimulatie kiest, wordt het laag van het
signaal wat opgehaald, zodat eventuele brom in het signaal
eveneens duidelijker hoorbaar wordt. Gebruik in voorkomend
geval het Bass Cut Filter (blz. 73) of zorg tijdens de opname
voor de nodige filters, spin e.d. om plofgeluiden en andere laag-
frequente storingen te onderdrukken.
• Als u voor INPUT de instelling “MIC.CN” kiest, kunt u voor
OUTPUT enkel “SML.DY” of “LRG.CN” instellen.
Phase
Hiermee bepaalt u de fase van de microfoon.
NOR: De fase van het ingangssignaal verandert niet.
INV: De fase van het ingangssignaal wordt omgekeerd.
BPM BPM
BPM BPM BPM BPM
BPM
BPM BPM
BPM
BPM BPM
BPM
BPMBPM
BPM
Om het volume met een optioneel zwelpedaal te kun-
nen beïnvloeden, moet u de “Control Assign”-parame-
ters (blz. 28) als volgt instellen:
< ASSIGN1: ON >
TARGET: MASTER:FOOT VOLUME LEVEL
TARGET MIN: 0
TARGET MAX: 100
SOURCE TYPE: ExpPEDAL
SOURCE MODE: NORMAL
SOURCE MIN: 0
SOURCE MAX: 127
Commentaires sur ces manuels